De ontmoeting
Tim en Tamara renden hand in hand door het bos bij Nes. Ze moesten hoog springen om hun vaart te houden en de takken, die overal lagen te ontwijken. Plotseling viel Tamara, ze was blijven haken aan een tak en Tim sleurde haar toch nog mee in zijn vaart. Daar lag ze. Ze krabbelde snel overeind: “Ik heb niks, er is niks wat pijn doet”. Maar toen ze weer verder renden, viel het hen op dat Tamara vreemd liep. Geen wonder: haar hak was van haar schoen losgegaan bij het struikelen over de tak.